English | Türk 

Ramadan

Als je zwanger bent of borstvoeding geeft, heb je vrijstelling voor de Ramadan als je vreest voor de gezondheid van jezelf en/of je (ongeboren) kind. Wij adviseren alle zwangeren om in ieder geval in het eerste trimester, de eerste 12 weken van de zwangerschap, niet te vasten. Het kan zijn dat je twijfelt of je er wel goed aan doet te vasten of je krijgt klachten tijdens de ramadan. Je kunt altijd bij ons terecht voor advies waarbij we zoveel mogelijk rekening houden met je wensen. Wij respecteren je wens om samen met familie en vrienden te vasten, maar het kan zijn dat wij je om medische redenen adviseren om te stoppen met vasten.
 

Hoe reageert je lichaam op de ramadan?

In het begin van de ramadan moet het lichaam wennen om niet op de ’normale tijden’ energie binnen te krijgen. Je voelt je daarom waarschijnlijk eerder moe.  Sommige mensen krijgen stemmingswisselingen en worden bijvoorbeeld humeurig. Of je kunt minder goed je gedachten ergens bij houden. Het kan ook zijn dat je je juist beter gaat voelen. Overdag minder ongezonde tussendoortjes of niet roken heeft ook een positief effect op je gezondheid.
 

Welke klachten kan je krijgen tijdens de ramadan?

Door het andere eetpatroon tijdens de ramadan kun je dit merken:
Moe zijn door laat naar bed gaan en korter slapen. Ook kan het reactievermogen daardoor minder zijn. 
Misselijkheid, hoofdpijn en je niet fit voelen.
Hoofdpijn kan komen door te weinig drinken, weinig koolhydraten en minder koffie (cafeïne) drinken. Plotseling stoppen met koffie of cola kan je ook prikkelbaar en nerveus maken. 
Te weinig drinken kan uitdroging veroorzaken. Uitdroging merk je hieraan: je plast nauwelijks, je bent duizelig en verward of je valt flauw.
Het advies is bij uitdroging om te stoppen met vasten. 
Maagklachten kunnen erger worden.
Lage bloeddruk; je kunt draaierig in je hoofd voelen of flauw vallen.


Adviezen bij de ramadan

Drink genoeg. Per 24 uur heb je minimaal 1,5 liter vocht nodig. Kies voor water en thee.
In het algemeen is het gezonder 's avonds niet te veel en te zwaar te eten. 's Morgens is een stevige maaltijd juist wel goed. Dan heb je overdag minder een hongergevoel.
Probeer niet te veel te eten. Hoe meer je eet, hoe meer energie het lichaam nodig heeft dit te verwerken en hoe groter de kans is dat je lichamelijke klachten krijgt. 


Als je borstvoeding geeft:

Probeer zelf goed en gevarieerd te eten.
Drink ’s nachts voldoende vocht. Probeer niet alleen thee maar ook water en/of vruchtensap te drinken.
Leg je kindje ’s nachts zo veel mogelijk aan. Het kan zijn dat hij hierdoor overdag minder wil drinken.
Sommige vrouwen vinden het prettig om ’s nachts wat melk af te kolven en dit aan het einde van de dag aan hun kindje te geven.
Als je kindje al ouder is dan zes maanden – en dus vaste voeding krijgt – kun je overwegen dit overdag te geven.
Het blijft belangrijk om naar je eigen lichaam te luisteren en bij borstvoeding ook naar je kindje te kijken. Voel je je goed? Is je kindje alert en tevreden? Als je twijfelt aan je eigen gezondheid of die van je kindje, bespreek dit dan met je verloskundige.